Doctoraatsverdediging Tina Van Rossem

DETAILS

Gebruikte databank:

URBAN DEATHS

Datum:

september 2018

Categorie:

Doctoraatsverdediging

DOCTORAATSVERDEDIGING TINA VAN ROSSEM

De openbare verdediging gaat door op de Humanities, Sciences & Engineering campus van de VUB, in gebouw D, promotiezaal D. 2. 01. 

Doctoraatsonderzoek:

Van Rossem, Tina. “Bruxelles ma belle, Bruxelles mortelle: an investigation into excess mortality in Brussels at the turn of the twentieth century.” PhD diss. Vrije Universiteit Brussel – Universiteit Gent, 2018.

Samenvatting:

“Dit onderzoek focust vanuit een vergelijkend perspectief op de oversterfte die door tijdgenoten werd vastgesteld in Brussel op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, en op de relatie met tewerkstelling en woonomstandigheden. Een analyse van kwantitatieve bronnen door middel van demografische, statistische en spatiale technieken wordt gecombineerd met tekstanalyses van kwalitatief bronnenmateriaal. De resultaten tonen aan dat de levensverwachting bij de geboorte 41 jaar bedroeg in Brussel in 1910, wat 10 jaar lager was dan het nationale gemiddelde. De verschillen met de overige grote steden in België bedroegen 5 jaar en meer. Mannen en vrouwen van alle leeftijden ervoeren hoge sterfte tijdens de Belle Époque in Brussel, maar het grootste nadeel werd vastgesteld voor kinderen en volwassen mannen. De voornaamste doodsoorzaken waren enteritis voor zuigelingen, ademhalingsziekten voor kinderen, en longtuberculose voor volwassen mannen.

De analyses suggereren een sterke positieve relatie tussen de oversterfte en de dominantie van kleinschalige bedrijven en huisnijverheid in Brussel. Er was geen arbeidsreglementering voor huisnijverheid, en de thuiswerkers werkten in zeer gevaarlijke omstandigheden. De situatie was waarschijnlijk niet veel beter in ambachtelijke ateliers en kleinschalige fabrieken, waar vakbonden zwak of onbestaande waren. Bovendien hadden de vele stedelijke transformatieprojecten in Brussel vanaf het midden van de negentiende eeuw de leefruimte voor de arbeidersklasse drastisch ingeperkt. Dit had zeer hoge niveaus van overbevolking veroorzaakt in de stad. De analyses op het individuele niveau tonen in het bijzonder aan dat er belangrijke ongelijkheden bestonden in de gemiddelde levensduur van volwassen naargelang woonomstandigheden. De slechtste omstandigheden werden vastgesteld in de lager gelegen delen in het zuidwesten van Brussel. Ondanks de vroege installatie van een waterleidingsnetwerk in Brussel, wijzen de hoge niveaus van enteritis bij zuigelingen verrassend ook op een bijkomend negatief effect van de sanitaire omstandigheden.

Tijdens de Belle Époque hadden grootschalige saneringswerken prestigieuze buurten gecreëerd, maar tegelijkertijd werd de arbeidersklasse geconfronteerd met gevaarlijke werkomstandigheden en verdreven naar overbevolkte woonwijken. Het resultaat hiervan was dat velen van hen op een jonge leeftijd kwamen te overlijden.”