Altijd een markt in de buurt? Het marktnetwerk in Vlaanderen doorheen de vroegmoderne tijd en de negentiende eeuw

ALTIJD EEN MARKT IN DE BUURT? HET MARKTNETWERK IN VLAANDEREN DOORHEEN DE VROEGMODERNE TIJD EN DE NEGENTIENDE EEUW

DETAILS

Gebruikte databank:

STREAM

Datum:

juni 2022

Categorie:

Blog

Auteur: Wouter Ronsijn


De bloemenmarkt van Gent, de vogeltjesmarkt van Antwerpen, de antiekmarkt van Tongeren zijn tegenwoordig vooral toeristische trekpleisters, maar waar kon men vroeger terecht voor de wekelijkse markt? In een vorige blog toonde Wouter Ronsijn hoeveel markten er in het graafschap Vlaanderen gehouden werden tijdens de vroegmoderne tijd. In de bijdrage van deze maand leren we waar er vroeger markten werden georganiseerd en hoe dit patroon evolueerde doorheen de tijd. 

Oude en nieuwe markten

In een eerdere bijdrage hadden we het over de evolutie van het aantal markten tussen ca. 1550 en 1800, en de dagen waarop die markten doorgingen. Naast chronologische zijn er ook geografische patronen in het Vlaamse marktnetwerk. Het overzicht van de Vlaamse wekelijkse markten tussen 1550 en 1800, opgesteld voor het STREAM-project, hebben we op kaart gezet. Het historisch geografisch referentiesysteem van de STREAM-databank laat dat immers toe.

Vergelijken we de kaarten, dan zien we op de lange termijn een verschuiving van kust-Vlaanderen naar binnen-Vlaanderen. Verschillende markten in kust-Vlaanderen die na 1550 verdwijnen, komen niet meer terug en nieuwe markten op andere plaatsen in de kuststreek zijn er weinig. In binnen-Vlaanderen daarentegen worden heel wat nieuwe markten opgericht. Die trend houdt ongetwijfeld verband met de bevolkingsstagnatie in kust-Vlaanderen en de sterke demografische groei in binnen-Vlaanderen.

De markten die tussen 1550 en 1800 worden opgericht, zijn niet altijd nieuwe markten. Soms waren het dezelfde markten die, na verval, opnieuw werden gestart. Zo wist men de aanvraag voor een markt in Sint-Lievens-Houtem in 1783 te ondersteunen door verschillende getuigenissen van ouderlingen uit de buurt. Zij hadden van hun ouders en grootouders gehoord dat er vroeger nog een markt had bestaan in dat dorp, die door oorlogsgeweld ten onder was gegaan. 

Naast de vele oorlogen die het leven verstoorden, hangen golfbewegingen in de oprichting van markten samen met de economische en demografische conjunctuur, met machtsverschuivingen tussen stad en platteland, en tussen hogere en lagere bestuursniveaus. Het functioneren van markten hing immers ook af van eventuele rivalen die politieke macht konden aanwenden om concurrentie te verhinderen. Pas na 1870 was het niet langer nodig om toestemming te krijgen van hogerhand om een markt op te richten, en konden de gemeenten hierover zelf beslissen.

Op basis van het Jaarboek voor Landbouwers kunnen we voor heel België in 1868 op kaart aanduiden waar er wekelijkse (zie kaart 1) en jaarlijkse markten (zie kaart 2) bestonden. Voor vroegere periodes is dat, voor zover bekend, niet mogelijk wegens gebrek aan bronnen. 

Kaart 1: Wekelijkse markten in België, 1868 Bron: Annuaire des agriculteurs pour 1868.
Kaart 2: Jaarlijkse of maandelijkse markten in België, 1868 Bron: Annuaire des agriculteurs pour 1868.

Nota: Omdat het onderscheid tussen jaarlijkse en maandelijkse markten soms moeilijk te maken is (sommige gemeenten hadden tot 12 jaarmarkten, waardoor het eigenlijk een maandelijkse markt wordt), werden beide hier samen genomen.

Grote regionale verschillen

De kaarten maken meteen duidelijk dat er enorme regionale verschillen bestonden binnen België. Dat heeft in de eerste plaats, maar niet uitsluitend, te maken met nederzettingspatronen en bevolkingsdichtheid. Vanzelfsprekend kunnen er meer markten voorkomen in streken waar het landschap opgedeeld is in vele kleine dorpjes dan in streken met slechts enkele uitgestrekte dorpen. Dat was bijvoorbeeld het geval in Oost- en West-Vlaanderen die vele wekelijkse markten telden, maar niet in Haspengouw, waar nochtans ook vele kleine gemeenten voorkwamen. Verder kwamen er veel markten voor in de dichtbevolkte opkomende Waalse industriegebieden rond Mons, La Louvière, Charleroi en in mindere mate Luik, maar ook in de veel minder dicht bevolkte Antwerpse Kempen hadden nagenoeg alle gemeenten een markt. Ten zuiden van de Samber en Maas, waar maar weinig mensen woonden, waren er ook weinig markten.

De kaart voor 1868 maakt verder duidelijk dat, naast nederzettingspatronen en bevolkingsdichtheid, ook regionale economische verschillen een rol spelen. De vele wekelijkse markten in de Antwerpse Kempen dienden vooral om de lokale boeren voordelig hun boter, onder meer bestemd voor de grote steden, te laten verkopen, terwijl de markten in de Waalse industriegebieden wellicht vooral de bevoorrading van lokale consumenten moesten verzekeren. Jaarlijkse markten, die in de negentiende eeuw nog een rol speelden in de veehandel, kwamen opvallend veel voor in onder meer de weidestreek rond Luik.

Tenslotte zijn er ook nog sporen zichtbaar van de macht die steden lange tijd konden uitoefenen over het nabije platteland. Zo zijn er opvallend weinig markten in de onmiddellijke omgeving van enkele grote steden zoals Brugge, Gent, Antwerpen of Brussel. Toch waren er wel al markten in enkele gemeenten die grensden aan die grote steden en die allicht al deel uitmaakten van de stedelijke agglomeratie, zoals Borgerhout bij Antwerpen of onder meer Schaarbeek en Sint-Jans-Molenbeek bij Brussel.

De strijd die, fysiek of woordelijk, eeuwenlang gevoerd werd op en om markten maakt het belang van deze instelling duidelijk. Er werd gestreden tussen stad en platteland over het recht om markten te mogen houden. Er werd gestreden om toegang tot de markt, door kopers en verkopers, mannen en vrouwen, landbouwers, kramers, ambachtslui en winkeliers. Via markten had men toegang tot en controle over handelsstromen, een rechtstreekse bron van inkomsten voor de verkopers, soms ook onrechtstreeks voor de winkeliers en herbergiers die op marktdagen meer volk verwelkomden, of voor overheden die belastingen inden op markten. Kennis van de ontwikkeling van deze concrete markten is onontbeerlijk voor een goed begrip van het dagelijks leven in het verleden.

Wil je aan de slag met de hierboven gebruikte dataset, aarzel dan niet om contact op te nemen met queteletcenter@ugent.be



Bronnen

Literatuur

  • Stabel, Peter. De kleine stad in Vlaanderen. Brussel, Paleis der Academiën: 1995.
  • Stabel, Peter. Dwarfs among giants. Leuven, Garant: 1997.
  • Van Damme, Ilya. Verleiden en Verkopen. Amsterdan, Aksant: 2007.
  • van Bavel, Bas. Manors and Markets. Oxford, Oxford University Press: 2010.
  • Ronsijn, Wouter. Commerce and the Countryside. Gent, Academia Press: 2014.
  • Ronsijn, Wouter. “Het wettelijke land en het werkelijke land: wetgeving en praktijk bij het houden van openbare markten in België, negentiende eeuw”, Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 2016, 69, pp. 217-232.
  • Voor een recent overzicht, zie www.markten.be en www.belgischemarkten.be