BELGIË: DE NEGENTIENDE-EEUWSE ANTIVAXER?

DETAILS

Gebruikte databanken:

HISSTER

Datum:

Januari 2021

Categorie:

Blogpost

Auteur: Isabelle Devos

Eind december 2020 startte België met de vaccinatiecampagne tegen covid-19. Dat is een dikke twee eeuwen nadat het allereerste vaccin werd toegediend. Toen ging het om de pokken, de enige ziekte waartegen al in de negentiende eeuw een vaccin werd ontwikkeld dat in Europa op grote schaal werd toegediend. Voor andere infectieziekten gebeurde dat pas vanaf de jaren 1950-60. 

Hoewel België tot de voortrekkers van de pokkenvaccinatie behoorde, slaagde het er in tegenstelling tot bijna alle andere Europese landen niet in om in de negentiende eeuw een vaccinatieplicht tegen de ziekte in te voeren. De voorlichtingscampagne aan de start bleek toen niet voldoende om op de langere termijn politieke onwil en argwaan bij het brede publiek te overwinnen.

Variolavirus

Pokken is een zeer besmettelijke ziekte die door het variolavirus wordt verspreid en via de lucht of direct contact wordt overgedragen. De ziekte is gemakkelijk herkenbaar aan de etterende huiduitslag. 

Tot in de vroege negentiende eeuw zorgde de ziekte voor 5 tot 15 procent van alle sterfgevallen, in hoofdzaak bij kinderen. Wie de ziekte overleefde, werd voor het leven getekend door zware littekens, maar bleef wel immuun. 

Sinds 1980 vormt pokken de enige menselijke infectieziekte die wereldwijd is uitgeroeid. Dat is dankzij een grootschalige vaccinatiecampagne die reeds in het begin van de negentiende eeuw in Europa van start ging.

Man_met_pokken
Man met pokken
Lady-Mary-Montagu
Lady Montagu (1689-1762)

Van variolatie naar vaccinatie

De voorloper van de vaccinatie, de zogenaamde variolatie, werd in het begin van de achttiende eeuw in Europa geïntroduceerd. Deze techniek, die oorspronkelijk uit China kwam, bestond erin om mensen opzettelijk te besmetten door een kleine dosis pokken (korsten of etter uit de zweren) aan te brengen via een snijwonde in de arm. 

De variolatie geraakte in Europa onder meer bekend via Lady Mary Montagu, de echtgenote van de Engelse ambassadeur in Constantinopel, die het daar had leren kennen. 

Ooit zelf slachtoffer van de ziekte liet ze bij haar terugkeer in Engeland haar dochter inoculeren in aanwezigheid van enkele prominente artsen. Veel verlichte geesten en monarchiëen zoals Zweden en Rusland moedigden het gebruik van deze nieuwe medische techniek aan. 


De eerste variolaties in onze gewesten vonden plaats op 17 mei 1768 in Brussel.  De Gazette des Pays-Bas bracht er twee dagen later verslag over uit. Dokters in andere steden en plattelandsgemeenten volgden snel. 

Onder Maria-Theresia en Jozef II werden verschillende ordonnanties uitgevaardigd om de verspreiding van de ziekte in het kader van de variolatie tegen te gaan. Zo mochten vanaf september 1768 variolaties enkel toegediend worden op minstens 200 toises (390 meter) van een bebouwde kom. Overtredingen werden bestraft met een boete van duizend gulden. Jozef II breidde dit in 1788 uit naar een afstand van 400 toises en een hogere boete. 

Ondertussen was over heel Europa de tegenstand tegen de variolaties gegroeid, vooral vanwege geestelijken en artsen. Enerzijds werd het als een bemoeienis met Gods werk beschouwd en anderzijds vond men het inoculeren van gezonde personen te gevaarlijk.


Vaccinatie

Enkele decennia later kwam de Britse plattelandsarts Edward Jenner met een nieuwe minder riskante techniek. Hij ontdekte in 1796 dat melkmeisjes wel de koepokken konden krijgen, maar niet de gevaarlijke mensenpokken. 

De koepokken vormden een mildere vorm van de menselijke variant en maakten deze vrouwen immuun tegen de pokken. Door gezonde mensen in te enten met koepokstof waren ze levenslang beschermd, aldus Jenner. 

Begin 1800 werd de eerste inenting met koepokken toegediend in Oostende. De eerste pokkeninentingen, later vaccinatie genoemd (naar het Latijns voor koe: vacca), gebeurden op initiatief van enkele chirurgijns en medische genootschappen. 

Via populariserende brochures en voordrachten probeerden ze de bevolking van het nut te overtuigen. Sommige artsen boden ook kosteloos inentingen aan, zoals Joseph Kluyskens in Gent en Louis Vrancken in Antwerpen. 



Publicatie van Edward Jenner (1749-1823) met zijn onderzoek over de koepokinenting

De promotie van de koepokinenting was ook een belangrijke pijler van het gezondheidsbeleid van het verlichte Frans bestuur dat in de Hollandse en Belgische tijd werd voortgezet. Met dat doel werden lokale vaccinatiecomités opgericht. 

Vanaf de jaren 1807 werd de pokkeninenting op verschillende plaatsen een voorwaarde voor toegang tot het gemeentelijke onderwijs en voor steun van het armenbestuur. In 1818 werd dit uitgebreid naar de rest van de Nederlanden, inclusief een vaccinatie-registratie. De inenting kon kosteloos door een geneesheer.

J.B. Maes, De koepokkenzaal, 1819 (STAM Gent).


Verdienstelijke vaccinateurs werden beloond met een medaille en een kleine geldpremie. Aangezien er toen nog geen schoolplicht was, werd een groot deel van de kinderen echter niet bereikt. De inenting van gezonde personen wekte bovendien veel argwaan, die soms religieus gemotiveerd was. 

De officiële cijfers voor de jaren 1830-60 wijzen op een vaccinatiegraad bij jonge kinderen van gemiddeld 50 procent, maar met zeer grote provinciale en lokale verschillen. Dit leidde tot nieuwe epidemieën. Zo vielen bij een pokkenopstoot in 1865 bijna 6.000 doden, en in het begin van de jaren 1870, als gevolg van de verspreiding van het virus tijdens de Franse-Duitse oorlog, 35.000 doden. 

Vooral de regio Antwerpen en Limburg werd toen zwaar getroffen, als gevolg van de deportatie van Franse krijgsgevangen die na de slag van Sedan in 1870, geïnterneerd werden in de citadel van Antwerpen en het kamp van Beverlo.



Medaille voor de bevordering van de koepokinenting, 1832 (Universiteitsbibliotheek Gent)
Grafiek 1. Jaarlijks aantal doden door pokken; België 1851-1939 Bron: UGent Queteletcentrum, Hisster-databank.

Vaccinatieplicht?

De invoering van de vaccinatieplicht in Europa gebeurde in twee fasen. Beieren en Hessen kwamen in 1807 met de primeur, snel gevolgd door andere Duitse staten, Denemarken, Zweden, en in het midden van de eeuw Engeland. 

Na de grote pokkenepidemie in de jaren 1870 werd de vaccinatie verplicht in de meeste andere Europese landen, en tenslotte in 1903 ook in Spanje. België was, samen met Oostenrijk, het enige Europese land waar geen vaccinatieplicht werd ingevoerd. 

Deze uitzonderlijke situatie bleef in het buitenland niet onopgemerkt. Het toonaangevende medisch vakblad The Lancet schreef in 1889 dat de anti-vaccinatiebeweging hier nauwelijks campagne hoefde te voeren omdat “indifferentism, which is peculiarly rife in Belgium, seems to answer its purpose”. Medische deskundigen probeerden het grote publiek te overtuigen van een vaccinatieplicht, maar “it is very doubtful if they will get many people to listen to good advice”.

Jan Jozef de Loose (1769-1849), Vaccinatie (Stedelijk Museum Sint-Niklaas).

De realiteit had weinig met de volksaard te maken. Het jonge België wilde immers zijn inwoners geen strenge regels opleggen. In politieke kringen beschouwde men de vaccinatieplicht als een grote beperking van de individuele vrijheid, ondanks de hogere pokkensterfte in het land. Ook de doeltreffendheid van het vaccin werd in vraag gesteld. Ondertussen was gebleken dat meerdere dosissen nodig waren om levenslange immuniteit te krijgen. 

In 1911 werd wel een wetsontwerp voor vaccinatieplicht ingediend in het parlement, maar door verkiezingen, oorlogsomstandigheden en andere ontwikkelingen werd het pas decennia later terug opgenomen. In 1946 werd de verplichting alsnog ingevoerd, op een moment dat er geen slachtoffers meer vielen, maar vaccinatie wel noodzakelijk was om de terugkeer van de pokken te vermijden. 


Wil je aan de slag met de hierboven gebruikte dataset, aarzel dan niet om contact op te nemen met queteletcenter@ugent.be


Of wens je een handje toe te steken bij ons nieuw burgerwetenschapsproject www.sosantwerpen.be waarin we, samen met vrijwilligers, de sociale verschillen in doodsoorzaken in Antwerpen (1820-1946) zullen bestuderen? 


Wil je weten wie in het verleden de grootste slachtoffers van de pokken waren? Schrijf je dan in via sosantwerpen@ugent.be

Bronnen

  • UGent Queteletcentrum, HISSTER databank
  • Wetsontwerp Gezondheidswet 1911, Kamer van Volksvertegenwoordigers, 5 december 1911.
  • Wetsvoorstel Dexters, Kamer van Volksvertegenwoordigers, 7 augustus 1945.
  • Koninklijk Besluit koepokinenting, 6 februari 1946.

Literatuur

  • Devos, Isabelle. “De negentiende-eeuwse antivaxers”. De Standaard, 23 december 2020.
  • Gadeyne, Guy. “Maatregelen ter bevordering van de vaccinatie uitgevaardigd door het Centraal Bestuur van het Scheldedepartement (1800-1814)”. Annalen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Ronse, 23 (1973): 133-171.
  • Gadeyne, Guy. “Variolatie en vaccinatie tegen de pokken in België sinds de 18de eeuw”.  Geschiedenis der Geneeskunde 6, nr. 6 (2000): 364-375.
  • S.N., “Smallpox and vaccination in Belgium”. The Lancet 133, nr. 3430 (1889): 1048